Helena Rasker, mezzosoprano ~ photo copyright joris jan bos fotografie
Helena Rasker, mezzosoprano ~ photo copyright joris jan bos fotografie
Concert Programs
   
 
     
 
aanklikken te vergroten  


Rachmaninov - de laatste romanticus?

Sergei Leiferkus, bariton
Anna Viktorova, mezzosopraan
Nationaal Jeugdkoor o.l.v. Wilma ten Wolde
Reinild Mees, piano
m.m.vm Nina Targan Mouravi, voordracht teksten

 

 
 

Dinsdag 10 februari 2009 20.15 uur Concertgebouw, Amsterdam
Woensdag 11 februari 2009 20.15 uur De Doelen, Rotterdam


Productie Stichting 20ste-eeuwse Lied
In samenwerking met Theater Diligentia, Stichting KAM, Concert- en Congresgebouw De Doelen
Met dank aan KPMG, Prins Bernhard Cultuurfonds Zuid-Holland, SNS Reaalfonds, Stichting Bevordering van Volkskracht, J.E.Jurriaanse Stichting, Stichting Van Leeuwen van Lignac, Fonds voor de geld- en effectenhandel, Kattendijke/Drucker Stichting, M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting, Stichting Elise Mathilde Fonds, Van den Berch van Heemstede Stichting en particuliere schenkers

Sergei Rachmaninov (1873-1943) is vooral bekend vanwege zijn pianoconcerten en symfonieën. Minder bekend is dat hij meer dan honderd vocale werken schreef, waarvan de Vocalise de meeste bekendheid geniet. Reeds als klein kind had Rachmaninovs zusje Helena hem liederen van Tsjaikovski voorgezongen en laten begeleiden. Zelf schreef hij zijn eerste liederen in 1890 naar aanleiding van een tragische liefde voor zijn nichtje Vera, die door haar moeder verboden werd. Deze traumatische jeugdervaring, naast het financiële bankroet van zijn vader en de dood van twee zusjes en een broertje, confronteerden hem al vroeg met de harde kanten van het leven. De meeste van zijn liederen getuigen dan ook van een diepe hartstocht, pijn en verlangen naar geluk. De zes liederen in de bijzondere bezetting voor vrouwenkoor en piano op. 15 hoort men zeer zelden. Behalve het eerste lied, een eenvoudige lofzang op het vaderland, zijn het juweeltjes van ijle en transparante klanken, waarin de luisteraar wordt meegenomen naar de fantasiewereld van de hemel, de wind, de nacht, de sterren en de nachtegaal. De pianobegeleidingen zijn virtuoos, hetgeen niet verwonderlijk is: de componist Rachmaninov was zelf een van de meest virtuoze pianisten van de twintigste eeuw.

De grootmeester van het Russische lied, bariton Sergei Leiferkus, stort zich in het programma Rachmaninov - de laatste romanticus? samen met een jonge ster van het Bolshoi-theater, mezzosopraan Anna Viktorova, en het Nationaal Jeugdkoor op dit veelzijdige liedrepertoire van Rachmaninov. Melancholieke basliederen worden afgewisseld met dromerige vrouwenliederen, koorliederen en natuurlijk de onvolprezen Vocalise. Russische romantiek in optima forma! De Russische teksten in het Nederlands samengevat door de Georgische voordrachtkunstenares en dichteres Nina Targan Mouravi.

 
 
 
 

Programma

Anna Viktorova, Reinild Mees
Ne poi krasavitsa pri mne op. 4 no. 4 (Poesjkin)
O, ne groesti po mne op. 14 no. 8 (Apoektin)
Poljoebila ja na petsjal' svojoe op. 8 no. 4 (Plestsjeev naar Sjevtsjenko)
Ja zjdoe tebja op. 14 no. 1 (Davidova)

Nationaal Jeugdkoor o.l.v. Wilma ten Wolde, Reinild Mees
Vokalise op. 34 no. 14

Sergei Leiferkus, Reinild Mees
U vrat obiteli svjatoi (Lermontov)
O, net, moljoe, ne oekodi! op. 4 no. 1 (Meresjkovski)
Pora! op. 14 no. 12 (Nadson)
Soed'ba, op. 21 no. 1 (Apoektin)
Kristos voskres, op. 26 no.6 (Meresjkovski)

PAUZE

Nationaal Jeugdkoor o.l.v. Wilma ten Wolde, Reinild Mees
6 Liederen op. 15 voor vrouwenkoor en piano

Anna Viktorova, Reinild Mees
Ditia, kak tsvjetok ti prekrasna.. op. 8 no. 2 (Plestsjeev naar Heine)
Siren' op. 21 no. 5 (Beketova)
Notsj' petsjalna. op. 26 no. 12 (Bunin)
Zdesj' chorosjo op. 21 no. 7 (Galina)
Ne mozet bit'! op.34 no.7 (Maikov)

Sergei Leiferkus, Reinild Mees
Pis'mo K.S. Stanislavskomoe ot S.S. Rachhmaninova (Rachmaninov)
Vtsera mi vstretilis' op.26 no.13 (Polonski)
Vso otnjal oe menja op.26 no.2 (Tjoetsjev)
Ja ne prorok op.21 no.11 (Kroeglov)
 
 
 
 
BIOGRAFIEËN

De Russische bariton Sergei Leiferkus wordt beschouwd als een van de grootste zangers van zijn generatie, die thuishoort in de grote Russische traditie van virtuoze baritons en bassen, die werd ingezet door de legendarische bas Fjodor Sjaljapin. Zijn stembeheersing, podiumprésence en in de eerste plaats zijn levendige vertolkingen hebben Sergei Leiferkus tot één van de meest gevraagde baritons van het moment gemaakt. Tijdens zijn recitals communiceert hij dan ook op een onnavolgbare manier met zijn publiek. Geboren in Leningrad in 1946, studeerde hij in zijn geboortestad aan het Conservatorium van St.Petersburg. In 1972 maakte hij zijn debuut met het Maly Theater en daarna werd hij lid van het Kirov Theater. Hij had zoveel succes met de rollen van Eugen Onjegin, de barbier van Sevilla, Don Giovanni, dat hij een internationale reputatie begon te krijgen als een indrukwekkende zanger en een expressieve acteur. Sinds de vroege 80er jaren treedt hij op met de belangrijkste orkesten en operahuizen, zoals de Berliner Philharmoniker, New York Philharmonic London Symphony, Boston Symphony het Royal Opera House, Covent Garden, de Weense Staatsopera, de Bastille te Parijs, La Scala te Milaan, San Francisco Opera, de Metropolitan Opera te New York, De Nederlandse Opera, Teatro Colon te Buenos Aires en de Festivals van Edinburgh, Bregenz, Glyndebourne en Salzburg. Hij werkte samen met dirigenten als Kurt Masur, Claudio Abbado, Valery Gergiev, James Levine, Bernard Haitink, Zubin Mehta, Riccardo Muti, Seiji Ozawa en Sir Georg Solti. Sergei Leiferkus geeft veelvuldig zangrecitals in de belangrijkste internationale concertzalen, zoals Wigmore Hall te London, Lincoln Center en de Frick Collection te New York, Tanglewood Festival, de Philharmonie te Keulen en het Konzerthaus te Wenen. Hij geeft ook masterclasses in Berlijn, Toronto, Moskou en Boston, en is vaste gastdocent aan de Britten-Pears School te Aldeburgh.
Sergei Leiferkus, wiens repertoire een breed spectrum van de opera- concert en liederencomposities beslaat, voelt een diepe verbondenheid met de Russische cultuur, ook al leeft hij sinds meer dan vijftien jaar in het Westen. Hij is een groot kenner van de Russische literatuur, en interpreteert de muziek van zijn fameuze landgenoot Rachmaninov vanuit een grondige kennis van de Russische culturele en sociale geschiedenis.


De jonge Russische mezzosopraan Anna Viktorova werd geboren in 1983 in Moskou, en studeerde aan het Tsjaikovsky Conservatorium in haar geboorteplaats bij Nina Postavnistjeva en Peyr Susnotsjenko. Al tijdens haar studie won zij verscheidene beurzen en prijzen, zoals de eerste prijs in de Glinka Competitie 2003, de tweede prijs in de Sobinov Competitie, en de eerste prijs in de Zandonai Competitie in Italië. Ook was zij finaliste inde Belvédère Competitie te Wenen, en vertegenwoordigde zij Rusland in de Singer of the World Competition te Cardiff in 2007. In 2004 maakte zij haar debuut met het Moskouse Academische Muziektheater. Sedertdien treedt zij op met rollen als Orfeo (Orfeo ed Euridice), Spring (The Snow Maiden), Lubasha (The Tsar's Bride), Sosedka (Marfa), Olga (Eugene Onegin) and Ratmir (Ruslan en Lyudmila). Dit jaar heeft zij een engagement aan het Bolshoi theatre, waar zij haar debuut maakt met de rol van Pauline (The Queen of Spades). Buiten Rusland trad zij reeds op aan het Operahuis te Zürich en op het Insel Mainau Festival in Duitsland. Zij volgde recentelijk masterclasses van Grace Bumbry, Brigitte Fassbaender en Sergei Leiferkus.


Het Nationaal Jeugdkoor (artistiek leider Wilma ten Wolde, beschermheer Sir Simon Rattle) is een vocaal ensemble bestaande uit ongeveer 24 jonge vrouwen van 16 tot 29 jaar. Sommige leden studeren aan een conservatorium (zang, viool, koordirectie, schoolmuziek), anderen studeren aan een universiteit, en nog weer anderen zijn aan het einde van hun middelbare schoolperiode. Leeftijd speelt geen rol, wat samenbindt is het enthousiasme om samen te musiceren en de ambitie om dat op een hoog niveau te doen. De koorleden komen eens in de maand bij elkaar voor een studieweekend of studiedag. De koorpartijen worden thuis zelfstandig voorbereid, zodat tijdens repetities het stadium van noten repeteren voorbij is. Zo kan er direct aan interpretatie en aan ensemblezang worden gewerkt. De vocale vorming neemt bij het Nationaal Jeugdkoor een zeer belangrijke plaats in.
Het Nationaal Jeugdkoor geeft a capella concerten, werkt mee aan orkestproducties waar een vrouwenkoor is vereist, wn maakt regelmatig buitenlandse concertreizen. Het koor werkt regelmatig met internationaal bekende gastdirigenten, zoals Eric Ericson, Iván Fischer, Ed Spanjaard, Daniel Reuss en Andrea Marcon.


Pianiste Reinild Mees concentreerde zich na haar opleiding bij Gérard van Blerk, Noël Lee en Malcolm Frager op het begeleiden van zangers en instrumentalisten in recitals. Zij treedt regelmatig op in de belangrijkste Europese muziekcentra aan de zijde van solisten als Olaf Bär, Konrad Jarnot, Camilla Nylund, Jochen Kupfer, François Le Roux, Iwona Sobotka, Piotr Beczala, Urszula Kryger, Amanda Roocroft, Claudia Barainsky, Anna Korondi, Johannette Zomer, Marcel Reijans en vele anderen. Ook is zij vaak te horen en te zien in radio- en televisie-uitzendingen.
Naast het begeleiden van masterclasses van zangers als Elisabeth Schwarzkopf, Irmgard Seefried, Grace Bumbry en Galina Vishnyevskaya speelde Reinild ook vaak als begeleidster bij internationale competities. Als vocal coach gaf zij les op het Amsterdamse Sweelinck Conservatorium, het Europese Centrum voor Opera en Vocale muziek te Gent, de Opera Studio Nederland en aan de faculteit muziek van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht.
Voor het platenlabel Channel Classics maakte Reinild Mees een vijftiental cd's met onder andere liederen van Schumann, Schreker, Respighi, Elgar en Szymanowski, waarvoor zij zeer lovende recensies ontving in internationale muziekbladen als Gramophone, Fono Forum, Musica en Luister. In 2004 kreeg zij de Szymanowski Award en de onderscheiding Merit of Polish Culture voor haar initiatief tot het uitbrengen van Karol Szymanowski's complete liederen op vier cd's. In 2004 werden deze cd's bekroond met de Fryderyk Award voor de beste opname van Poolse muziek, de meest prestigieuze muziekprijs in Polen. Ook nam zij verschillende cd's op met liederen van Schumann en Mendelssohn, waarbij zij historische instrumenten (o.a. een Erard vleugel uit 1847) bespeelde, en recentelijk een cd met Chinese liederen.
In 1998 richtte Reinild Mees de Stichting Het 20ste-eeuwse Lied op, om het vocale oeuvre van 'vergeten' liedcomponisten uit de vorige eeuw weer onder de aandacht te brengen. Als artistiek leider van deze stichting stelt Reinild Mees programma's samen onder de titel 'Spotlights'.


De Georgische voordrachtskunstenares Nina Targan Mouravi werd geboren in 1964 in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië, als dochter van een beeldend kunstenaar en een literaire vertaalster. Zij groeide op in Moskou, waar zij vanaf haar elfde leerling was van het Soerikov Kunstlyceum, een opleiding die zij cum laude afrondde, en verhuisde vervolgens, na drie jaar studie aan de Soerikov Kunstacademie, naar Tbilisi waar zij drie jaar later aan de Rijksacademie afstudeerde met een serie boekillustraties.
Sinds 1991 woont en werkt zij in Haarlem en is actief als portrettist, ontwerper en vertaler. Zij behaalde, na drie jaar in Nederland, haar vertalersdiploma, ondertitelde diverse Russische filmklassiekers voor onder andere het Nederlands Filmmuseum en begon uiteindelijk aan haar recente project, het vertalen van haar dierbaarste Russische gedichten naar het Nederlands, om ze in twee talen voor te dragen. Dat doet zij meestal in samenwerking met musici. Haar vertalingen van teksten van Majakovski, Brodski en Achmadoelina zijn verschenen in de lente- en zomernummers van De Tweede Ronde van 2005. Zij was te horen op VRT Klara en VPRO radio.