|
REVIEWS
OTTORINO RESPIGHI - COMPLETE SONGS FOR VOICE AND PIANO, VOL. 3
Leonardo de Lisi, tenor
Elisabetta Scano, soprano
Andrea Catzel, soprano
Reinild Mees, piano
Channel
Classics CCS SA 14998
|
|
|
Respighi als liedcomponist Pianiste Reinild Mees, die
eerder in deze kolommen geroemd is om haar inzet voor het onbekend
liedrepertoire is de spil in een integrale opname van de liederen
van Ottorino Respighi (1879 – 1936)
waarvan zojuist het derde deel is verschenen. De eerdere delen niet
gehoord hebbende, moet ik mijn oordeel over Respighi als liedcomponist
baseren op deze selectie uit de periode 1917 tot en met 1924. In
dit tijdvak is in elk geval geen grote affiniteit met tekstzetting
vast te stellen.
Waar Respighi’s tijdgenoot Ildebrando Pizzetti namelijk tekstzegging
en dictie telkens kernachtig weet te vatten in melodie en beweging,
draait Respighi eerlijk gezegd een beetje om de hete brij heen.
Het merendeel van de liederen op deze cd verzandt daardoor in een
zoektocht tussen recitatief en melodie, waarbij de voorliefde voor
lange teksten en veel modulaties weinig kan wegnemen van de nogal
oeverloze indruk.
Maar er zijn opvallende uitzonderingen. Sopra un’aria
antica uit de Quattro liriche dal Poema Paradisiaco di
Gabriele d’Annunzio. Hier weet de componist de aria
Intorno all’idol mio van Marcantonio Cesti (1623 –
1669) op dramatische wijze door de zang te vlechten, waardoor de
aandacht dankbaar wordt afgeleid van de in principe nog altijd weinig
spitse melodievorming. Respighi’s meesterschap als bewerker
wordt in de Quattro arie scozzesi opnieuw bevestigd.
Reinild Mees koos drie voortreffelijke zangers: Andrea Catzel, Leonardo
de Lisi en Elisabetta Scano, waarbij de vrouwenstemmen de meeste
indruk maken.
|
|
Ottorino Respighi (1879-1936) is voornamelijk bekend door zijn orkestwerken.
De uitgave van zijn complete liederen door het label Channel Classics
stelt ons echter in staat ook een andere, meer intieme kant van deze
Italiaanse componist te ontdekken. In dit derde deel stelen de Quattro
arie scozzesi de show. Sopraan Andrea Catzel zingt de van een
fraaie pianobegeleiding voorziene Schotse volksliedjes met flair en
overgave.
Ook de tenor Leonarde de Lisi is lekker op dreef. Un sogno uit Quattro
liriche dal Poema Paradisiaco di Gabriele Annunzio klinkt in
lange lijnen en meeslepend. Daarmee vergeleken komt de meisjesachtige
sopraan van Elisabetta Scano een beetje kleurloos over, zeker in de
larmoyante liederen die deze collectie openen. Haar timbre is echter
geknipt voor het ontwapenende Voici Noël met zijn pastorale dansmelodie.
|
MJD september 2006
|
|
Respighi: Quattro Liriche su parole di poeti armeni- Due liriche –
Cinque liriche – Quattro liriche dal Poema Paradisiaco di Gabriele
d’Annunzio – La donna del sarcofago – La statua
– Quattro arie scozzesi.
Elisabetta Scano, Andrea Catzel (sopraan), Leonardo de Lisi (tenor),
Reinild Mees (piano)
Channel Classics CCS 14998 (4). DDD- 75’ Uitvoering 8
Pianiste Reinild Mees is de drijvende kracht achter de Stichting
Het 20ste-eeuwse Lied. In die hoedanigheid heeft zij samen met Channel
Classics een integrale opname verzorgd van de liederen van Szymanowski.
Twee delen Schreker en Respighi kwamen eerder uit en met dit deel
3 zijn ook de complete liederen van Respighi een feit.
Een compliment is op zijn plaats. Gezien de kwaliteit van het vocale
oeuvre van deze componist is het verbazingwekkend dat we nu pas
over deze verzameling kunnen beschikken en dat het initiatief nota
bene in Nederland werd geboren. De zangers komen van over de grenzen
en zijn in de bespreking van deel 1 en 2 met enige aarzeling ontvangen
(het ging om tenor Leonardo de Lisi en sopraan Andrea Catzel). Op
deel 3 is Elisabetta Scano de nieuwkomer, die meteen in de roos
schiet met de vier liederen van Armeense dichters. Prachtige muziek
die alleen door een Italiaanse zangeres zo ontroerend kan worden
vertolkt. En dat blijft zo tot track 11. Daarna is het de beurt
aan tenor De Lisi, die het idioom perfect beheerst, maar een enigszins
monochroom timbre heeft. De Zuid-Afrikaanse sopraan Andrea Catzel
sluit dapper af met vier Schotse volksliedjes (in het Schots). Evenals
in de besprekingen van deel 1 en 2 bevestigt deel 3 nog eens onomwonden
dat Reinild Mees de heldin van dit project is. Niet alleen als bedenkster
maar vooral als musicienne.
|
Siebe Riedstra, oktober
2006 |
|
Ottorino Respighi; Complete Songs for voice and piano vol. 3
Mees (piano) & Scano, De Lisi, Catzel (vocalen) CCS 14998 Pianiste
Reinild Mees registreert het volledige liedoeuvre van Respighi (1879-1936).
Bijzonder repertoire van een Italiaanse impressionist, die nooit
heeft aangedurfd wat Debussy en Ravel in dezelfde periode presteerden;
Respighi bleef een 19de-eeuwer. De neuzige, onbewogen, sfeerloze
stem van Elisabetta Scano (sopraan) vermag helaas nauwelijks drie
liederen lang te boeien. De tenor Leonardo de Lisi beschikt over
een groter palet maar zijn hesige geluid maakt het de luisteraar
evenmin makkelijk. De sterren van deze cd zijn de expressieve sopraan
Andrea Catzel en Mees zelf. Dit duo doet alleen de laatste cyclus,
vier liederen. Had dat nou niet anders gekund?
|
September 2006
|
|
Magazine |
|
REVIEW SHORTS * * * * *
Respighi Complete Songs, Vol. 3
Scano, de Lisi, Catzel, Mees
This delightful album comprises folksong-inspired gems written
during or soon after World War One.
Channel Classics CCS 14998
|
|
Scottish songs with a Mediterranean touch bring unexpected delight
Pleasure certainly, but I would say pleasure of a mild kind, attends
this recital – until the last group, and then one sits up,
smiles happily and goes out to bring whoever is available to listen.
These are the Quattro arie scozzesi, namely (in order):
“The Piper of Dundee”, “When the kye [cows] come
hame”, “Within a mile of Edinburgh Town” and “My
heart’s in the Highlands”. And they are as delightful
as they are unexpected. Here Respighi is found in the role of precursor
to Britten. He preserves the traditional tunes and adds a markedly
original piano accompaniment reflecting some quality he has found
and wants to bring out in the songs themselves. Each has its flavour,
rhythmic or harmonic, sometimes with a touch of genius as, I think,
in the third verse of “Within a mile”. The singer, too,
does well, bringing spirit and a creditable Scots accent, along
with a not inappropriately raw voice which mellows for the Burns
song.
The soprano here is Andrea Catzel and these songs are her single
contribution, the tenor Leonardo de Lisi singing the D’Annunzio
settings. The tessitura of these is mostly baritonal; de Lisi copes
well but the beauty of his well schooled voice is more apparent
when the higher range comes into play. The first half of the programme
falls to Elisabetta Scano, a soprano whose tone, though clear enough,
lacks variety and richness. These are subtle songs, flexible in
their treatment of the verses and calling for refinement of shading
in both singer and pianist. They nevertheless remain essentially
Italian in feeling, especially in their melancholy: a warmer voice
is wanted to do them justice.
Reinild Mees is the sensitive pianist, the informative writer of
introductory notes, and the record producer.
|
John Steane, November
2006 |
|
|
|
OTTORINO
RESPIGHI - COMPLETE SONGS FOR VOICE AND PIANO, VOL. I
Leonardo de Lisi, tenor
Reinild Mees, piano
Channel
Classics CCS 9396 |
|
|
|
"(...)Excellent contribution
from Reinild Mees, who succeeds to make clear a pro-Debussy characteristic
of the accompaniment without being too intrusive. If you want
to notice the beautiful understanding between the two interpreters
and their
sound charms, you just need to listen to Notturno, with the piano
divided
between the glimmers of the high notes and the moving counterpart
of the medium voices (...) Both musicians are excellently recorded." |
June
1997
|
|
"(...) A highly convincing interpretation of these beautiful
Respighi Songs by the very musical Italian tenor Leonardo de Lisi
and the equally accomplished Dutch pianist Reinild Mees (...)"
|
|
May
1997
|
|
Cd Classica |
|
"(...) Accompanied by a magnificent
professional, Dutch pianist Reinild Mees, De Lisi is able to bring
out the real style of these songs. (....)"
Interpretation: excellent
Recording : excellent |
August
1997
|
NRC Handelsblad |
"(...)
One can dream away on the strongly romantic moods of Ottorino Respighi’s
songs. The rich, lyric voice of Leonardo de Lisi, combined with the
excellent playing of pianist Reinild Mees, makes the ideal couple
for interpreting this beautiful repertoire. (...)" |
March
1997
|
|
"(...) a warm and dedicated
performance." |
October 1997
|
Diapason |
"(...) De Lisi's warm voice, the perfect style and his musicality
make this first collection a particularly important document, and
let us hope for a great success of this project, for the very first
time on CD."
"(...) Reinild Mees is obviously as fond as de Lisi is. (...)" |
June 1997
|
Musica
|
"Ottime il centributo della pianista Reinild Mees, che riesce
a far emergere senza invadenze l'impostazione a tratti filodebussyana
dell'accompagnamento. per accorgersi dell'intesa fra gli esecutori
e del fascine sonoro che riescene a dispiegare setà sufficiente
ascoltare Notturno, con il pianoforte diviso fra le indescenze del
registro aculo e la commozione di un controcanto al registro medio,
o la raccolta Deità Silvane, con l'instrecciarsi delle volute
floreali canore ai disegni lussureggianti dello strumento." |
May 1997
|
Répertoire |
"(...) Accompagnement sensible
de Reinild Mees. Un bon disque." |
October
1997
|
|
|
OTTORINO RESPIGHI
- COMPLETE SONGS FOR VOICE AND PIANO, VOL. II
Andrea Catzel, soprano
Leonardo de Lisi, tenor
Reinild Mees, piano Channel
Classics CCS 11998
|
|
|
NRC Handelsblad |
"(...) Reinild Mees perfectly
follows the singing lines, while bringing many colours, light and
dark, into the music, and ‘singing’ on her piano (...)" |
May
1998
|
|
"(...) Special attention is
drawn to Reinild Mees who weaves her piano part into the voiceline
in the most exquisite, delicate way." |
September
1998
|
Fanfare |
"(...) This CD is a must for all devoted Respighi admirers."
|
|
"(...) So even if you think you know Respighi, get the Channel
issue and be preprared for some surprises." |
|
September
1998
|
|
|
|
|
back
to top |
|
|
|
|
|